Voor het eerst slaan Podium Babel en het Toon Hermans Theater / De Domijnen de handen in elkaar en organiseren gezamenlijk een Franse week.
In de week van 30 mei t/m 6 juni organiseren we op diverse locaties in Sittard-Geleen activiteiten met een Frans tintje. Van de allermooiste Franse chansons tot de architectuur in Parijs; er zit vast en zeker iets bij waar je meer van wilt weten of horen.
Je waant je op een dorpsplein in Frankrijk waar Gerard Alderliefste samen met vrienden én met jou het Franse chanson viert. Geniet, zing mee en laat je verrassen door het achtkoppige muzikale gezelschap. Een avond vol bijzondere muzikale ontmoetingen en mooie verhalen.
Gerard Alderliefste speelt het Franse chanson al jaren vol overgave. In zijn eentje, als duo of trio, maar nu ook in een achtmans bezetting! Komt dat misschien door zijn recente solotournees? (Dubbel Leven, over zijn bestaan als verslavingsarts en muzikant). Dat zou goed kunnen. Feit is dat er nu een nieuw, energiek en super muzikaal gezelschap is ontstaan, dat Franse hits weer nieuw leven inblaast.
Délicieux is een innemende Franse kostuumfilm waarin we ontdekken hoe aan de vooravond van de Franse Revolutie het eerste restaurant ontstond. De culinaire hoogstandjes en politieke ontwikkelingen bieden een smakelijk feelgood drama. Wanneer kok Pierre Manceron (Grégory Gadebois) zijn adellijke werkgever en diens gasten een nieuw gerecht voorzet, wordt hij op staande voet ontslagen. Met eten dient men niet te spotten.
Manceron en zijn zoon vluchten naar het platteland om een herberg te runnen. Als de mysterieuze Louise (Isabelle Carré) arriveert, blijkt zij in staat Manceron weer met plezier te laten koken. Het duurt niet lang of de kok tovert de herberg om in een gastronomisch paradijs: het allereerste Franse restaurant! Terwijl de Franse adel vast blijft houden aan het verleden, laat Délicieux zien dat de revolutie aanstaande is en begint in de keuken.
Parijs-kenner bij uitstek Prof. dr. Nico Nelissen (em. hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen) geeft een lezing over ‘Het veranderende gezicht van Parijs’. Hij gaat in op de moeizame start van moderne architectuur in de na-oorlogse periode. Via de ambitieuze plannen van de voormalige Franse president Mitterrand werd in de jaren tachtig van de vorige eeuw een klimaat gecreëerd dat meer ruimte bood voor innovatieve architectuurprojecten. Deze vormden de opmaat voor een meer open en internationaal architectuurklimaat.
Onder invloed van een nieuwe generatie prominente binnen- en buitenlandse architecten (Christian de Portzamparc, Patrick Berger, Jean Nouvel, Rudy Ricciotti, Eduard François, Jacqueline Osty, Renzo Piano, Ricardo Bofill, Frank Gehry, Shigeru Ban, e.a.) is er een ‘frisse architectuurwind’ door Parijs gegaan met – verspreid over de stad – verrassende resultaten. De huidige trends in de architectuur van Parijs worden gekenmerkt door de ‘spierballentaal’ van vedetten, spectaculaire herbestemmingen en een intense ‘vergroening’ van de stad.
Wie er oog voor heeft, ziet dat Parijs in aanzienlijke mate van gezicht is veranderd!
Het chanson hoort bij Frankrijk zoals stokbrood, camembert en rode wijn. Het behoort tot de Franse identiteit en heeft de indentiteit mede bepaald. Onder de honderden, misschien wel duizenden vertolkers (het chanson voert zich terug tot in de middeleeuwen), bevinden zich de groten van het Gouden Tijdperk: Jacques Brel, Charles Aznavour, Georges Brassens, Juliette Gréco, Barbara, Edith Piaf…. Tragische, sprankelende, humoristische en geëngageerde vertolkers van het naoorlogse levensgevoel, een gemoedstoestand die zowel werd bepaald door de radicale vrijheid van het existentialisme als door de ontluikende en verleidelijke welvaart.
In een lezing in het kader van de Franse week zal cultuurhistoricus Bart Jan de Graaf vertellen over het Gouden Tijdperk van het chanson, de jaren ’50 en ’60 van de twintigste eeuw; de jaren waarin de vertolkers van het moderne levensgevoel uitgroeiden tot gidsen van een generatie, tot idolen, tot heiligen bijkans…
De Belle Epoque, een tijdperk in de Franse geschiedenis, roept het beeld op van een gelukkig en vreedzaam universum, de mensheid gelooft in de vooruitgang, in de wonderen van de wetenschap en de techniek.
Heeft men niet een “Fée Electricité” uitgevonden, die de grenzen van de nacht verlegt? Ontmoeten we niet Louis Blériot of Roland Garros, die aan ons mensen vleugels geven?
We treden het atelier binnen van Marc Chagall of Picasso, we wonen de première bij van Pelléas en Mélisande gecomponeerd door Claude Debussy.
Het is een wereld waarin zorgeloosheid, la joie de vivre en frivoliteit de boventoon voeren. De “Reines de Paris” paraderen in hun haute- couture creaties door de lanen van “Le Jardin du Luxembourg” op zoek naar interessante heren met een goed gevulde portemonnee.
Kortom is “ La Belle Epoque” in zekere zin, een zondag die nooit eindigt?